Vanwege de ongelijkheid in Suriname én zijn drang om te reizen, betrok Otto Huiswoud (1893–1961) op zestienjarige leeftijd als matroos zijn geboorteland. Hij belandde in 1910 in New York. Hermina (1905-1998) reisde op veertienjarige leeftijd met haar moeder vanuit Brits-Guyana naar diezelfde stad. Otto en Hermina leerden elkaar kennen tijdens de Harlem Renaissance, een New Yorkse beweging waarin zwarte schrijvers, kunstenaars en intellectuelen zich uitspraken tegen de racistische samenleving die witte Amerikanen een voorkeursbehandeling gaf en Afro-Amerikanen benadeelde.

Veel leden sloten zich aan bij de Universal Negro Improvement Association, een beweging die zwart nationalisme, zelfrespect en repatriëring naar Afrika propageerde, maar de Huiswouds niet. Zij bewogen zich in socialistische kringen. Ze zagen de onderdrukking van mensen van Afrikaanse herkomst als een probleem van ras én klasse. In 1919 was Otto ook de enige zwarte oprichter van de Amerikaanse Communistische Partij. Vanuit deze positie reisde hij naar Moskou, waar hij onder meer met Lenin over racisme en klasse discussieerde. In 1929 reisde hij naar het Caribische gebied, in Jamaica ging hij in debat met Marcus Garvey. Een jaar later reisde het echtpaar naar het Caribische gebied om mensen te rekruteren voor de wereldrevolutie.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, bleef Hermina in Amerika. Otto reisde wegens gezondheidsredenen naar Suriname. Het echtpaar werd echter op de voet gevolgd door de FBI. Binnen een dag na aankomst in Suriname, in 1941, werd Otto zonder enig juridisch proces geïnterneerd. Na langer dan een jaar gevangenschap werd hij onder huisarrest geplaatst.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog besloot het echtpaar naar Amsterdam te vertrekken. In Amsterdam werden ze al snel actief binnen de Vereniging Ons Suriname, een vereniging die reeds in 1919 was opgericht en waar Otto als voorzitter van Vereniging Ons Suriname de strijd voor onafhankelijkheid voortzette. Onder zijn leiding werd Vereniging Ons Suriname een broedplaats van anti-koloniaal activisme onder Surinamers in Nederland in de jaren ’50. Hermina bleef actief binnen de vereniging en hield contact met actieve (bestuurs)leden en haar internationale netwerk. Een van haar missies was om het verhaal van haar levenspartner Otto te bewaren zodat het ooit verteld kon worden. Ze bewaarde bijzondere artikelen, documenten en boeken over hun leven en de strijd tegen kolonialisme en imperialisme. Hermina overleed in 1998 in Amsterdam. Haar collectie vormde de basis voor het ontstaan van The Black Archives.

Bronnen