Mauritius was in de periode van 1598 tot 1638 een verversingsstation voor Nederlandse schepen en de verblijven op het eiland in die periode waren daarom van tijdelijke aard. In 1638 werd het eiland permanent bezet door de VOC. De VOC zag een mogelijke bezetting van Mauritius door Engeland als een bedreiging en wilde op meer reguliere basis ebbenhout kappen. De kap van het ebbenhout werd uitgevoerd door slaafgemaakte mensen, die voornamelijk uit Madagaskar afkomstig waren. Zij werden gedwongen vervoerd uit verschillende regio’s zoals Mazalagem en Maningaar (voor de Europeanen belangrijke centra voor de handel in slaafgemaakte mensen). Door risico’s voor aanvallen op Nederlandse schepen , de concurrentie van andere Europese mogendheden en de perifere ligging t.o.v. het centrum, Batavia, werd er een alternatieve regio gezocht in Oost-Afrika voor de handel in slaafgemaakte mensen. De VOC bezette gebied in Mozambique van 1721 tot 1730, maar dit gebied werd verlaten omdat de Portugezen geen slaafgemaakte mensen wilden verkopen aan de VOC.

In de periode van 1641 tot 1645 werden er tijdens drie reizen circa driehonderd slaafgemaakte mensen gedwongen vervoerd van Madagaskar naar Mauritius. Nederland heeft daarmee de basis gelegd voor een systeem van slavernij op Mauritius en een handel in slaafgemaakte mensen tussen Mauritius, Madagaskar en Zuid-Afrika (Moree, 1998). In 1657 besloot het bestuur van de VOC echter om het eiland te verlaten. De locatie was niet meer winstgevend voor de VOC, mede door de vermindering van ebbenhout en de nieuwe vestiging (1652) van een verversingsstation in Zuid-Afrika (Kaapkolonie). Ondanks deze beslissing bezette de VOC zes jaar later het eiland opnieuw, om vervolgens in 1710 het eiland permanent te verlaten. Er waren problemen met de ontwikkeling van de landbouw als gevolg van rattenplagen en slechte weersomstandigheden, waardoor er een voedselprobleem ontstond. Andere oorzaken voor het verlaten van Mauritius waren het vluchten van slaafgemaakte mensen en de uitputting van de voorraad van ebbenhout. De slaafgemaakte mensen op het eiland werden tegelijkertijd met het vertrek van de VOC-dienaren gedwongen vervoerd naar Batavia. In Batavia werden deze slaafgemaakte mensen ingezet voor gedwongen arbeid of zij werden verkocht.

Bronnen

  • Campbell, G. (2003). The structure of slavery in Indian Ocean Africa and Asia. London: Taylor & Francis Ltd
  • Moree, P. J. (1998) A concise history of Dutch Mauritius 1598-1710. A fruitful and healthy land. London: Kegan Paul.
  • Rossum, M. (2015). Kleurrijke tragiek. De geschiedenis van slavernij in Azië onder de VOC. Hilversum: Uitgeverij Verloren.