Al eeuwenlang bestonden er ideeën over de indeling van mensen gekoppeld aan superioriteit en inferioriteit. De rassenwetenschap werd gebruikt om mensen hiërarchisch in te delen op basis van ‘biologische’ verschillen en evolutietheorieën en om deze indeling ook wetenschappelijk te onderbouwen. Zo bestond het idee dat er verschillende ‘rassen’ waren en dat deze ‘rassen’ ingedeeld konden worden in rangordes op de sociale ladder van inferieur naar superieur. Het werk van Charles Darwin heeft hierbij een grote rol gespeeld, omdat er nieuw onderscheid gemaakt kon worden door middel van zijn evolutietheorie. Deze indeling en theorieën vormden ook een rechtvaardiging voor het kolonialisme.

Een belangrijk aspect van het wetenschappelijk racisme waren metingen (Sysling, 2015). Wetenschappers dachten dat zij door middel van metingen van het lichaam tot objectieve kennis zouden komen. Deze metingen werden uitgevoerd op mensen zelf. In Rotterdam werden er bijvoorbeeld twee Afrikaanse jongens in 1880 gemeten door Herman ten Kate. De metingen werden ook uitgevoerd op skeletten en schedels. Er zijn voorbeelden waarbij wetenschappers skeletten en schedels roofden van verschillende begraafplaatsen. Het Tropenmuseum heeft bijvoorbeeld een grote collectie gehad van skeletten en schedels. Mensen werden gemeten met het idee dat hiermee bepaald kon worden hoe ‘primitief’ een ‘raciale groep’ was en welke plek hij of zij kreeg op de sociale ladder. Metingen werden hiermee vermengd met racistische stereotypen. Schedelmetingen vormden de basis voor het werk van Johann Friedrich Blumenbach waarin hij een indeling van de wereldbevolking maakte waarin ‘rassen’ onderscheiden werden in stadia van ontwikkeling van primitief tot beschaafd. Leidse Alumni Camper was een van de grondleggers van de schedelmeting met zijn tekeningen over de hoek tussen de kaak en het voorhoofd. Camper redeneerde zelf niet in termen van superieur en inferieur, maar zijn ideeën werden wel gebruikt om de zogenaamde “superioriteit” van witte mensen t.o.v. de “inferioriteit” van zwarte personen en andere personen van kleur aan te duiden.

Een ander belangrijk aspect van het wetenschappelijk racisme waren de wereldtentoonstellingen. Deze wereldtentoonstellingen hebben een belangrijke rol gespeeld in het versterken en promoten van ongelijke machtsverhoudingen. Tijdens deze wereldtentoonstellingen wilden Europese machten hun sociale, economische, culturele en technische ‘voortuitgang’ promoten. Er werden ook inwoners uit koloniën naar Europa gehaald om als bezienswaardigheid en amusement te dienen in de tentoonstelling. Mensen werden vernederd en gezien als een object. De wereldtentoonstelling in Amsterdam (1883) was de eerste wereldtentoonstelling die geheel over de koloniën ging. Er werden 28 Surinaamse bewoners tentoongesteld door Nederland en zij moesten een half jaar lang in zelfgebouwde huizen op het Museumplein in Amsterdam wonen. Een ander voorbeeld is de Nederlandse nijverheidstentoonstelling in 1928 in het nieuwe Lunapark in Rotterdam. Hier werd een groep Senegalezen tentoongesteld.

De vernedering om gedwongen en gedegradeerd te worden tot amusement, bezienswaardigheid en object vond niet alleen plaats in wereldtentoonstellingen. Een voorbeeld is het verhaal van Saartje Baartman. Saartje Baartman was een Zuid-Afrikaanse KhoiKhoi-vrouw en werd in het begin van de negentiende eeuw gedwongen tentoongesteld in diverse landen in Noord-Europa, maar vooral in Engeland. Saartje Baartman leed aan vetophoping, maar werd beschouwd als een doorsnee vrouw uit Afrika en gebruikt als zogenaamd bewijs van dierlijke, ongeremde seksualiteit onder mensen uit Afrika. Dit is een verschrikkelijk voorbeeld van dehumanisering van een persoon en seksistisch racisme. Saartje Baartman werd later verkocht aan een dierentrainer in Parijs, als object voor amusement in het Palais-Royal. Saartje stierf ziek in 1815. Haar lichaam werd gebruikt voor de wetenschap, omdat de onderzoeker George Cuvier de zogenaamde ontbrekende schakel tussen ‘aap en mens’ wilde onderzoeken. Hij gebruikte haar lichaamsdelen ook om (een poging te doen) racistische ideeën over superioriteit en inferioriteit aan te tonen.

Het wetenschappelijk racisme ging ver door in de 20e eeuw en was de basis waarop Hitler zich baseerde. Het boek The passing of the great race van Madison Grant was een invloedrijk boek in de stroming van het wetenschappelijk racisme en vormde een inspiratiebron voor het nazisme. Hitler bedankte Madison Grant persoonlijk voor zijn werk en noemde het boek een bijbel (Kühl, 2002). In zijn boek ging Madison Grant uit van drie ‘rassen’: Europees, Afrikaans en Aziatisch. Naast deze onderverdeling in drie ‘rassen’ maakte hij binnen de groepen ook weer onderverdelingen. De ‘Nordics’ waren het superieure witte ras en stonden hoger op de ladder dan ‘Alpines’ (Centraal-Europa en delen Azië) en de Mediterraneans (Zuid-Europa, Noord-Afrika en Midden-Oosten). Onderaan de ladder stonden het zogenaamde Afrikaanse en Aziatische ‘ras’. Hij zag immigratie, interraciale relaties en personen met een gemengde afkomst als degeneratie van het zogenaamde witte superieure ‘ras’. Hij noemde dit zelfs ‘racial suicide’. Een ander voorbeeld was het werk van de Amerikaanse Lothrop Stoddard. De rassenwetenschapper van de Nazi’s genaamd Alfred Rosenberg heeft de raciale term Untermensch afgeleid van de Duitse vertaling van zijn boek The Revolt Against Civilization: The Menace of the Under-man.

Zelfs in de 21e eeuw is het wetenschappelijk racisme nog steeds onderdeel van de academische en politieke wereld. Er zijn namelijk nog steeds “wetenschappers” die van mening zijn dat er verschillen zijn in IQ tussen verschillende “rassen”. Een voorbeeld is het Bell Curve onderzoek van Harvard hoogleraar Charles Murray waarin hij beweerd dat het IQ van zwarte Amerikanen lager is dan witte Amerikanen. Een ander voorbeeld is het recente schandaal rondom de University College Londen, een van de meest prestigieuze universiteiten van de wereld. Zo werden er geheime bijeenkomsten gehouden waarin wetenschappelijk racisme centraal stond. Een van de gasten was Richard Lynn (redactielid van een wetenschappelijk tijdschrift). Hij heeft ideologieën over het uitfaseren van zwarte mensen en andere personen van kleur zodat alleen witte mensen overblijven. Een ander voorbeeld zijn de uitspraken van Yernaz Ramautarsing, nummer twee op de kandidatenlijst van Forum van Democratie in Amsterdam. Hij koppelde racisme op de arbeidsmarkt aan IQ en huidskleur. Partijleider Thierry Baudet en kamerlid Theo Hiddema schaarden zich achter de uitspraken van Yernaz Remauarsing en nemen dus geen afstand van deze uitspraken.

Bronnen