Het verdrag van Tordessilas is onderdeel van het Nederlands geschiedeniscurriculum en een begrip dat scholieren vaak moeten leren voor toetsen. Wat scholieren niet leren is de impact van dit verdrag op de handel in slaafgemaakte mensen en de rol van Nederland hierin. Paus Alexander VI bepaalde met het Verdrag van Tordesillas in 1494 dat alles ten westen van een bepaalde lijn (480 km van de archipel Kaapverdië) toebehoorde aan Spanje en alles ten oosten van de lijn aan Portugal. Door deze verdeling had Spanje geen koloniën aan de West-Afrikaanse kust en was het afhankelijk van andere landen om slaafgemaakte mensen gedwongen te vervoeren naar Spaanse koloniën in de Amerika’s. Daarom werd er een contract uitgegeven door de Spaanse koning om de gedwongen aanvoer van slaafgemaakte mensen te kunnen realiseren. Dit contract werd asiento genoemd. Het asiento kwam vaak in handen van een belangrijke handelaar of edelman. Deze personen sloten weer subcontracten met handelscompagnieën zoals de WIC. In de periode van 1662 tot 1711 heeft de WIC achttien keer een subcontract gehad en van 1686 tot 1689 was het in het bezit van de Amsterdamse koopman Balthasar Coymans. Het bezit van de asiento-contracten zorgde voor een vergroting van de activiteit van de WIC in de handel in slaafgemaakte mensen door het bestaan van een vaste afnemer van slaafgemaakte mensen. In deze asiento-handel heeft Curaçao een centrale rol gehad vanwege de centrale ligging en nabijheid bij de voormalige Spaans-Amerikaanse koloniën. Via Curaçao werden slaafgemaakte mensen uit West-Afrika gedwongen vervoerd door Nederlanders naar deze Spaans-Amerikaanse koloniën (Klooster, 1997).

Bronnen

  • Klooster, W. (1997). Slavenvaart op Spaanse kusten. De Nederlandse slavenhandel met Spaans-Amerika, 1648-1701. Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 16, 2. p.121-140. (Deze bron is te raadplegen in het archief van het Maritiem Museum Rotterdam).
  • http://www.amsterdam-slavernij.nl/item/asiento-de-negro/