Enige tijd geleden zag ik eindelijk, na jaren wachten, tijdens de wereldpremière op het Internationaal Documentaire Festival Amsterdam (IDFA) de documentaire ‘Betty, they say I’m different’ over het leven en werk van de zeer onderschatte funkzangeres Betty Davis. De documentaire is gemaakt door Phil Cox, een Engelse onafhankelijke filmmaker. Het is een prachtdocument geworden, gerealiseerd dankzij crowdfunding en sponsoring. Toen ik lucht kreeg van dit project ben ik al snel crowdfunder geworden. Ik was al sinds begin jaren ’80 fan van haar en omdat er nauwelijks beeldmateriaal van haar was, moest ik dit project steunen. Haar platen kwamen begin jaren ’70 al uit en bleven nagenoeg onopgemerkt. Haar muziek is nog steeds uniek.
De roots van Betty Davis liggen in het naoorlogse Amerika, met diepe maatschappelijke sporen van de slavernijperiode, segregatie, armoede in de zwarte gemeenschap en de opkomende burgerrechtenbeweging. Betty Mabry (Mabry is haar meisjesnaam) had in de vroege jaren ’60 een enorme drive om muziek te maken en te schrijven. In de muziekscene van die tijd had zij te maken met een dubbele tegenwerking als zwarte artiest en vrouw. Betty was echter onverstoorbaar en ging de strijd aan om haar eigen verhaal te vertellen. In plaats van de gebruikelijke witte en zwarte codes te volgen, ging zij krachtig haar eigen weg als vrijdenker. Haar soul- en funksongs gingen over vrijheid. Over pijn. Over vrouw zijn. Over een uniek mens zijn. Dat leverde zeer krachtige teksten en muziek op, niet direct bedoeld als grote politieke boodschap of protest, maar juist puur en dichtbij haarzelfblijvend. Haar eerste single was dan ook een statement, het was een sterke ‘northern soul’ single getiteld ‘Are you ready for Betty?’ gezongen met volle overtuiging. De wereld was hier echter nog niet klaar voor. Overigens is er in de loop der jaren wel het een en ander veranderd, maar het is nog steeds moeilijk om het te maken in de entertainmentindustrie als onafhankelijke zwarte vrouw. Betty ontdekte snel dat ze, naast muziek, meerdere talenten had. Mode, kunst de visualisatie van ideeën, het kwam allemaal naar boven in de vroege jaren ’70. Zij was haar tijd ver vooruit en zeer veelzijdig. Daarmee beïnvloedde zij de stijl en imago van jazzicoon Miles Davis heel sterk. Zij kregen zelfs een relatie en trouwden. Dat huwelijk pakte qua relatie slecht uit, wel inspireerde het Betty Davis om haar beste werk te maken: haar derde album ‘Nasty Gal’. Daarna verdween zij plotseling van het toneel. Men nam aan dat het te maken had met het feit dat haar drie albums geen succes werden. In de documentaire blijkt dat de witte, corporate platenlabels haar wilden dwingen om zich aan te passen. Zij wil vervolgens met niemand uit de showbizz meer te maken hebben. Tientallen jaren gaan voorbij. Ondertussen wordt haar muziek meer en meer ‘ontdekt’, maar Betty blijft zich verborgen houden. Phil Cox en zijn team van Native Voice Films slagen er uiteindelijk in om haar vertrouwen te winnen en met haar medewerking kan zo uiteindelijk de broodnodige documentaire gemaakt worden. Het is een langdurig traject geworden, met als eindresultaat een ‘must-see’ documentaire met zeldzame opnamen, interviews en ook prachtige animaties. Het mysterie van de ‘grand old lady’ wordt slechts gedeeltelijk opgelost. De zwarte kraai, voor haar een symbool voor inspiratie, is terug en Betty schrijft weer teksten en muziek. Prachtig om te zien is ook het grote contrast tussen haar supersterke imago en haar sensitieve kant. ‘Betty, they say I’m different’ is zoveel meer dan een muziekdocumentaire. Deze film geeft hoop. Haar boodschap en persoonlijke strijd heeft veel betekenis. Het was voor mij een hele eer om rondom de wereldpremière op het IDFA als dj originele vinyl platen van Betty Davis te mogen draaien en Phil Cox en zijn team te leren kennen.