Frantz Fanon was onder meer een psychoanalist, pan-Afrikaans filosoof, criticus, schrijver, revolutionair en ambassadeur van Ghana. Hij is geboren op 20 juli 1925 op, het door Frankrijk gekoloniseerde eiland, Martinique en overleed op 6 december 1961 in Maryland (Verenigde Staten). Fanon was een invloedrijke schrijver, die een geluid liet horen over de persoonlijke en maatschappelijke processen ten aanzien van de erfenis van het koloniaal verleden. Ook schreef hij over de effecten van het koloniaal verleden op het raciaal bewustzijn en hoe deze tot uiting kwamen in het alledaags leven. Fanon pleitte voor een focus op mentale gezondheid als onderdeel van het gewelddadig proces van dekolonisatie (Fanon, 2007: p.106).

Fanon heeft twee boeken gepubliceerd: ‘Black Skin, White Masks’ en ‘The Wretched of the Earth’. Daarnaast heeft hij meerdere essays geschreven. Zijn publicaties gaan met name over de processen tussen ‘the colonizer’ en ‘the colonized’ en de psychologische gevolgen van de koloniale verhoudingen tussen ‘slave’ en ‘master’. Met de term ‘colonizer’ wordt in dit geval het dominante witte, Europese perspectief bedoeld, waar onderdrukking als tool centraal staat. The ‘colonized’ is vanuit Eurocentrisch perspectief ‘de ander’ of ‘the native’ (de inheemse), degene die overmeesterd moest worden. De Europese standaard, in de vorm van een maatschappelijke infrastructuur, manier van praten en cultuur heeft de leidraad. Centraal bij deze verhouding staat de volgende uitspraak van Fanon: “Colonialism forces the colonized to constantly ask the question: ‘Who am I in reality?” (Fanon, 1963: p.182). Er is een constant aanwezig en drukkende vraag: waar hoort ‘the colonized’ bij? Kolonialisme heeft ervoor gezorgd dat ook na de periode van politieke kolonisatie, zogenaamde homogeniteit en dehumanisering van ‘the colonized’ doorsijpelt. Hij laat zien hoe we in onze (Westerse) samenleving met alledaagse maatschappelijke structuren te maken hebben, die getekend zijn door deze verhouding. De constante verhouding van onderdrukking sijpelt door van micro tot macroniveau (Fanon, 1963: p. 220).

Het eerste boek van Fanon, ‘Black Skin, White Masks’ gaat over de psychologische gevolgen van onderdrukking. Hij gebruikt psychoanalyse, waarbij hij Freud en Sartre, Negritude (een Franstalige literaire en ideologische stroming ontwikkeld door zwarte intellectuelen, schrijvers en politici), fenomenologie (een filosofische stroming die het geestesgevoel van een situatie centraal stelt en niet de gedachte) en existentialisme (een filosofische stroming die subjectiviteit, individualiteit, vrijheid en verantwoordelijkheid centraal stelt) aanhaalt. Het boek gaat in op zwarte mensen uit Frans Caribische gekoloniseerde eilanden, die naar Frankrijk verhuisden. Volgens Fanon gaan namelijk vooral personen van kleur, die in een wit gedomineerde samenleving wonen, door een proces van inferioriteit. Hierbij wordt er constant in een staat van vergelijking (wat is goed en wat is niet goed?) geleefd. Door het inferioriteitscomplex dat door dit proces op gang wordt gebracht, is ‘wit worden’ het hoogst haalbare doel. Dit is echter onmogelijk, zo stelt Fanon en dus nemen velen ‘de witte manieren van doen’ over. Deze manieren van doen betreft koloniaal denken. De erfenis van ‘wit zijn’ is een erfenis van het koloniaal systeem, waarin ‘wit’ als het hoogst haalbare element wordt ingezet. Alhoewel de visie van Fanon baanbrekend is geweest in het weergeven van de lichamelijke en mentale erfenissen van de koloniale structuren, ligt de focus in Fanon’s eerste boek vooral op het perspectief van hetero-normatieve zwarte mannen en in mindere mate de zwarte vrouw.

De tweede publicatie van Fanon, ‘Wretched of the Earth’ verscheen in 1961 en gaat ook over de bredere verhouding tussen ‘the colonizer’ en ‘the colonized’ in een onderdrukkend koloniaal systeem. Dit werd vanuit institutionele structuren bekeken, zoals soldaten, het politiekorps en gemeentelijke apparaten. Fanon laat zien hoe de denkwereld binnen deze infrastructuren een voortzetting zijn van de koloniale periode. Om dit te doorbreken moeten ‘the colonized’ zich educatief verrijken en een eigen groep vormen om de erfenis van het kolonialisme te doorbreken. Ook op maatschappelijk infrastructureel niveau. Fanon noemt het dekolonisatieproces voor personen van kleur (‘the colonized’) een ‘(mentaal) gewelddadig proces’, omdat de aangeleerde, normatieve structuren uit hun bewustzijn gehaald moet worden. Als deze structuren niet ontdaan worden in de psyche van de persoon van kleur kan de mentale zwaarte van deze druk leiden tot verschillende (mentale) ziektes. Uiteindelijk dienen beide groepen (‘colonized’ en ‘colonizer’) zich te ontdoen van de mentale erfenis van dit verleden om een nieuwe (gelijkwaardige) toekomst op te kunnen bouwen.

Bronnen

  • Fanon, F. (2007, 1961). The wretched of the earth. New York: Grove press.
  • Fanon, F. (2008, 1952). Black skin, white masks. New York: Grove press.
  • Gordon, L.R. (2015). What Fanon said. A Philosophical introduction to his life and thought. New York: Fordham University Press.