Mijn naam is Dolores Eeles en ik ben een derdejaars sociale geografie studente aan de Universiteit van Amsterdam. Afgelopen semester, van oktober tot en met december 2018, volgde ik het vak Afro-Nederlandse studies. Voor mijn paper heb ik de invloed van het discriminerende Amsterdamse huisvestingsbeleid gericht op Surinamers in de jaren zeventig op de huidige etnische segregatie in Amsterdam onderzocht.
In Nederland is wonen een sociaal goed. Middels de invoering van de Woningwet in 1901 werd het recht op huisvesting voor alle Nederlandse staatsburgers geïnstitutionaliseerd. Huisvesting is sindsdien het terrein van de Nederlandse overheid. Het recht op huisvesting is echter niet vanzelfsprekend voor iedere Nederlander. Uit onderzoek is gebleken dat postkoloniale immigranten in Nederland vaak niet vrijuit konden wonen waar gewenst: zij werden uitgesloten van potentiële huisvesting, ondanks hun Nederlandse staatsburgerschap. De huisvesting van Surinamers in Amsterdam in de jaren zeventig is hier een stuitend voorbeeld van. Surinamers werden formeel en informeel van onderdak uitgesloten in verscheidene wijken in Amsterdam onder het zogeheten spreidingsbeleid, dat trachtte etnische groepen over de stad te spreiden. Ondanks dat er in bepaalde wijken woonruimte beschikbaar was, werden deze woningen vaak niet toegewezen aan Surinamers op basis van hun huidskleur.
Aan de hand van Zwartboek “Gesloten Wijken”, een archiefstuk dat in The Black Archives te vinden is, heb ik onderzocht hoe de Nederlandse overheid en Amsterdamse gemeente hebben opgetreden op het gebied van woningverstrekking aan Surinamers in de jaren zeventig. Ik ondervond dat gedurende deze periode in de Bijlmer een sterke concentratie van Surinamers ontstond, omdat woningbouwverenigingen en de gemeente er discriminerende huisvestingspraktijken op nahielden waarbij bepaalde Amsterdamse wijken werden ‘gesloten’ voor Surinamers en andere etnische minderheden uit angst voor zogeheten gettovorming. Tot op heden heeft het discriminerende spreidingsbeleid uit de jaren zeventig gevolgen voor de gesegregeerde context van Amsterdam. Er blijkt sprake te zijn van residentiële etnische segregatie en onderwijssegregatie in Amsterdam, waarbij Surinaamse wijkbewoners en leerlingen disproportioneel in de Bijlmer geconcentreerd zijn in vergelijking tot andere wijken. Dit komt overeen met de concentratiepatronen uit de jaren zeventig. Deze vormen van etnische segregatie zijn problematisch, omdat ze sociale integratie belemmeren en bestaande sociale ongelijkheid reproduceren. In mijn paper beargumenteer ik dat de segregatie in de Bijlmer een belangrijke kwestie vormt vanwege de groeiende ongelijkheid in Amsterdam.
Onder academici blijkt weinig bewustzijn over deze discriminerende huisvestingspraktijken gedurende de jaren zeventig, terwijl deze wel de historische bron van de huidige segregatie in de Bijlmer vormen. Er lijkt sprake van ‘social forgetting’ van racistische praktijken: een dominant narratief verzwijgt dit discriminerende huisvestingsbeleid ten behoeve van de witte, dominante Nederlandse groep. Daarmee is in mijn paper gebleken dat geschiedschrijving niet objectief of neutraal is, maar het resultaat van machtsrelaties waardoor bepaalde perspectieven zijn verzwegen. Ik ben daarom van mening dat het heel belangrijk is om dit soort historische verhalen te vertellen, zodat we een meer inclusieve geschiedschrijving kunnen waarmaken, die de wortels van hedendaagse sociale ongelijkheid erkent.