Audre Lorde was, zoals zij zelf zei: een “zwarte, lesbienne, moeder, strijder en dichter”. Lorde, ook activiste, was geboren in New York City op 8 februari 1934 en overleed op het Caribische eiland St. Croix op 17 november 1992. Lorde was vooral bekend door haar werk waarin zij (haar) boosheid over de maatschappelijke en sociale ongelijkheden die zij heeft meegemaakt, wist te kanaliseren in proza, poëzie en educatief materiaal.

Intersectionaliteit is een cruciaal onderdeel van haar werk. Als zwarte, lesbische vrouw en feminist kwam Audre Lorde regelmatig de beperkingen tegen van witte feministen. Zij namen naast gender, de andere componenten van oppressie, niet mee in hun strijd. De feministische strijd was volgens haar een die de belangen van zwart en niet-zwarte vrouwen van kleur, eveneens die van lesbische en armere vrouwen uitsloot. Een zwarte vrouw had en heeft namelijk in de strijd voor gelijkwaardige behandeling een langere weg te gaan dan een witte vrouw. Dit heeft te maken met de machtsrelaties in de samenleving die gevormd zijn door het (koloniaal) verleden met ‘wit’, ‘hetero’ en ‘man’ als de norm. Hoe verder je van deze norm af staat, hoe ongelijker de machtsrelaties. Dit kwam volgens Lorde door het willen ‘gladstrijken’ van de werkelijke verschillen van mensen en vooral vrouwen. Door de ware verschillen tussen vrouwen te erkennen, zouden zij elkaar versterken. Het niet erkennen van onderlinge verschillen, typeerde Audre Lorde zelfs als gevaarlijk. Zij applaudisseerde het benadrukken van verschillen in mensen en pleitte middels haar persoonlijke proza, poëzie en educatie dat deze verschillen gevierd en ingezet moeten worden:

“Advocating the mere tolerance of difference between women is the grossest reformism. It is a total denial of the creative function of difference in our lives. Difference must be not merely tolerated, but seen as a fund of necessary polarities between which our creativity can spark like a dialectic.” (Lorde, 1984: p.111)

Een van haar meest bekende essays, waarin bovenstaande elementen naar voren komen is: ‘The Master’s Tools Will Never Dismantle the Master’s House’. Dit stuk verscheen voor het eerst in “Sister Outsider: Essays and Speeches” in 1984. Met Sister Outsider kaart Lorde de verschillende onderdrukte perspectieven in de maatschappij aan en het probleem dat we deze problemen door een witte patriarchale en racistische lens bekijken. Het werk van Lorde paste in de ‘feminist theory.’ Feminist theory is het gebruik van een feministisch perspectief in de theoretische of filosofische retoriek. In The Master’s Tools beschrijft Lorde dat zij een lezing zou geven (‘The Personal and the Political’) waar de inhoud ging over zwarte feministen en lesbiennes. De enige twee zwarte (lesbienne) vrouwen werden echter pas aan het einde van de hele reeks lezingen geprogrammeerd. Lorde vroeg zich af: in hoeverre kun je binnen structuren, die dit perspectief vertegenwoordigen, ware verandering zien? Want zijn deze structuren (academisch, gemeentelijke structuren, beleidsstructuren) al niet doordrongen door een specifieke manier van kijken? Zelfs als je pleit, zoals Lorde, voor meer feminiene eigenschappen zoals koestering en erotiek, wordt het nog steeds vanuit het mannelijke perspectief bekeken, namelijk de vrouwelijke kwaliteiten in dienst van de man. Ook belangrijk is dat de feminiene kwaliteiten van koestering en erotiek niet alleen op seksueel vlak van toepassing zijn, maar het zijn, volgens Lorde, eigenschappen die in het dagelijks leven gebruikt dienen te worden om volledig te kunnen zijn. Alleen het mannelijk perspectief en wit perspectief is niet genoeg.

“For the Masters Tools will never dismantle the masters house [witte hetero normatieve patriarchale structuren]. They may allow us temporarily to beat him at his own game, but they will never enable us to bring about genuine change. And this fact is only threatening to those women who still define the master’s house as their only source of support. Poor women and women of colour know there is a difference between de daily manifestations of marital slavery and prostitution because it is our daughters who line 42nd Street. If American feminism theory need not to deal with the differences between us, and the resulting difference in our oppressions, then how do you deal with the fact that women who clean your houses and tend to your children while you attend conferences on feminist theory are, for the most part, poor women and women of colour? (…) In a world of possibility for us all, our personal vision help lay the groundwork for political action.” (Lorde, 1984: p.112)

Bronnen

  • Lewis, R., & Mills, S. (Eds.). (2003). Feminist postcolonial theory: A reader. New York: Routledge.
  • Lorde, A. (2012, oorspronkelijk uitgekomen in 1984). The master’s tools will never dismantle the master’s house. in Sister outsider: Essays and speeches. New York: Crossing Press, 110-113.
  • https://www.poetryfoundation.org/poets/audre-lorde