Rowan van der Stelt van het platform Counter/Narratives heeft me gevraagd of ik als organisator van kritische evenementen een bijdrage wil leveren aan hun nieuwe platform. Het platform probeert een ander licht te werpen op het Nederlandse koloniale verleden en de hedendaagse erfenissen daarvan. Het biedt ruimte voor nieuwe dialogen en narratieven, als alternatief op de dominante master narrative. Dit zijn thema’s die raakvlakken hebben met mijn huidige werk en mijn achtergrond in het activisme. Met deze bijdrage hoop ik in het kort de kracht en impact van evenementen voor het individu en collectief toe te lichten door verschillende voorbeelden en uitspraken uit de praktijk naar voren te laten komen. Ik hoop hiermee anderen te motiveren en inspireren om ook te gaan organiseren. Dit omdat ik persoonlijk geloof dat organisatie uiteindelijk de basis vormt van verandering.
Belang van evenementen: Individuele en collectieve impact
Evenementen, persoonlijke uitwisselingen en fysieke manifestaties rondom onderwerpen en thema’s die normaliter onbesproken, onzichtbaar, gecriminaliseerd, geridiculiseerd, gebagatelliseerd en/of ontkend worden, zorgen in de eerste plaats voor herkenning en erkenning van datgene wat er geagendeerd en/of besproken wordt. Een persoon die zich geïsoleerd of onbegrepen voelt, kan door het event (h)erkenning vinden en denken: ‘ik ben dus toch niet gek’, of ‘ik ben dus toch niet de enige’. De waarde van een ontmoeting met iemand die kan zeggen ‘wat je doet is niet irrelevant, ik vind het juist dapper en goed, inspirerend zelfs’, is immens. Het zien, meemaken en ontmoeten van anderen tijdens een fysieke manifestatie over datgene wat ze belangrijk vinden kan belangrijke effecten hebben. Zo durven mensen zich later zelf ook uit te spreken, kunnen zij zich meer verbinden aan een onderwerp, gaan zij zich zelfverzekerder voelen over het onderwerp of worden zij uiteindelijk zelf actief. Een muzikant vertelde mij eens na een event: ‘Ik heb nog nooit zoveel mensen bij elkaar hun verhalen zien delen over dit onderwerp, ik ga deze ervaring zeker verwerken in mijn muziek.’ Een andere spreker zei: ‘Soms heb ik het gevoel dat ik mijn werk voor niets doe in isolatie. Ik ben blij om te zien dat het mensen bereikt en dat ik zo mijn kennis kan delen’. Evenementen hebben dus bijna altijd onzichtbare effecten die je niet kunt meten: ‘Ik was daar die persoon tegengekomen waarna ik dit ben gaan organiseren met hen’ of ‘Ik kon helaas niet komen, maar ben nu geïnspireerd zelf ook iets te gaan doen’.
Evenementen hebben naast individuele impact ook een normaliserend en decriminaliserend effect door de manifestatie en zichtbaarheid rondom een onderwerp. Dit is met name zo wanneer dit plaatsvindt met of vanuit gevestigde instellingen. Een bekend voorbeeld is het ontslag van en criminalisering van Jerry Afriyie, die zich inzet tegen blackfacing in Nederland en wordt uitgemaakt voor terroristisch en onrustzaaier. Wanneer het gesprek in een gevestigde instelling plaatsvindt, zullen andere instellingen eerder geneigd zijn om er ook ‘iets mee te doen’. Een paar jaar geleden was de term ‘dekolonisatie’ bijvoorbeeld enorm controversieel op de Universiteit van Amsterdam en kon deze term op veel weerstand stuiten als het van ‘onderop’ op tafel kwam. Het woord is inmiddels volgens sommigen een ‘modeterm’ geworden en heeft haar intrede gedaan bij allerlei evenementen en culturele-, kunst-, kennis- en onderwijsinstellingen. Wie momenteel niets met diversiteit of het koloniaal verleden doet gaat simpelweg niet mee met de tijd en zal al snel als irrelevant worden gezien. Dit was nooit mogelijk geweest zonder de onuitputtelijke kracht en liefde van grassroots-bewegingen die zich, veelal vrijwillig, ingezet hebben om dekolonisatie geagendeerd te krijgen op de werkvloer, in de media, op de straat en in de organisatie.
Het gebruik en misbruik van Diversiteit.
Uiteraard liggen er ook problemen op de loer wanneer grote instellingen aan de haal gaan met diversiteit. Zo zien we regelmatig dat relatief gematigde en conservatieve mensen de nieuwe beschikbare functies en posities krijgen die gaan over diversiteit. Mensen die methoden en perspectieven hanteren die dichter liggen bij de master narrative. Zo spreekt men dan ook van ‘Diversity without change’, of zoals Philomena Essed stelt, dat er “cultural cloning” plaatsvindt omdat er wel diversiteit wordt binnengehaald m.b.t. uiterlijk en achtergrond, maar geen diversiteit aan perspectieven (Essed, 2002). Niet voor niets is elke diversity officer aan de universiteiten in Nederland wit. Zo wordt het benoemen van problemen vaak als polariserend bestempeld en wil het universitaire management vooral snel stabiliteit hebben (Schor&Martina, 2018). Zo ontstaat er een zekere mate van ‘window dressing’. Zo beschreef ik in een speech bij een Tegenlicht meet-up in Pakhuis de Zwijger, getiteld ‘Fuck diversiteit: we willen dekolonisatie’:
‘Diversiteit is een hol en op zichzelf staand amoreel begrip dat van alles kan betekenen. Als we een rechtvaardigere wereld willen moeten we het over dekolonisatie hebben en onze koloniale geschiedenis onder ogen zien.’
Instellingen zullen diversiteit vaak vanuit een neoliberaal perspectief bekijken en de positieve effecten van diversiteit benadrukken voor innovatie, exotische entertainment en vergroting van doelgroepen en publiek. Het belang van diversiteit voor sociale rechtvaardigheid (social justice) komt in veel gevallen op de tweede plaats. Diversiteit wordt in veel gevallen geïnstrumentaliseerd en toegeëigend voor winstmaximalisatie en effectiviteit. Diversiteit wordt dan een middel om instituties van continuerende legitimiteit te voorzien zonder dat deze instellingen op een fundamentele manier veranderen. Diversiteit is dan eerder een vorm van integratie van ‘de ander’ binnen het bestaande systeem, een herverdeling van de koloniale taart.
Er valt dus veel te bekritiseren in het diversiteits-discourse, maar betekent dit ook dat het geen zin heeft om van binnenuit te werken? Ik denk van niet. Zoals ik in 2017 in het Tijdschrift voor Genderstudies omschreef, kan diversiteit juist omdat het een hol begrip is, bewegingsruimte geven aan kritische individuen om hun eigen invulling te geven aan een begrip dat steeds geaccepteerder is binnen instellingen. De juiste persoon zal zo in staat zijn om binnen instituties vanuit zijn of haar positie allerlei veranderingen teweeg te brengen zonder teveel in conflict te komen met collega’s. Zo beschreef ik in mijn stuk voor het Tijdschrift Gender Studies, ‘No Democratization without Decolonization,’ dat net zoals bij capoeira (Een Afro-Braziliaanse vechtsport die verborgen werd in een dans tijdens de slavernij) diversiteit als een soort camouflage gebruikt kan worden om nieuwe verhalen en perspectieven ruimte te geven binnen instellingen. Omdat veel instellingen het gevoel hebben dat met diversiteit vandaag de dag sowieso ‘’iets gedaan moet worden’’ stuit je als individu op veel minder weerstand dan met scherpe termen als racisme en dekolonisatie. Zo kunnen mensen ook leven van hun inzet voor verandering. Dit is extra belangrijk omdat niet iedereen het zich kan veroorloven om veel tijd vrij te maken voor activisme en organisatie naast hun werk, studie en familie-verplichtingen. Dat je wel impact kan hebben door van binnenuit te werken is iets wat hopelijk duidelijk wordt in de rest van mijn stuk. Ik zal laten zien hoe ik mijn positie als programmamaker gebruik voor sociale verandering. Ik geloof dat elke beweging uiteindelijk een bondgenoot nodig heeft die ook van binnenuit kan werken.
Rol programmamaker: functioneel als platformmaker en verbinder.
Hoe zie ik mijn rol, positie en link als programmamaker en organisator van events dan concreet in dit geheel van collectieve en individuele empowerment? Ik ben als programmamaker bij een publieke instelling een bondgenoot van grassroots-bewegingen, degene die vanuit instellingen ruimte vrijmaakt en helpt om onderwerpen op de kaart te zetten. Dit probeer ik te doen door samen met Bottom up bewegingen events te organiseren en inhoudelijk vorm te geven met de juiste taal, toon, doelen en sprekers. In mijn werk probeer ik altijd zoveel mogelijk de autonome en vrije geest van een kraakpand na te bootsen (voor zover dit kan en in mijn kunnen ligt): een autonome ruimte waarbij men geen rekening hoeft te houden met de ‘master’s gaze’. Ik probeer mensen en organisaties te stimuleren om vanuit hun eigen kracht te organiseren. Mijn houding en openingsvraag naar de groepen met wie ik samenwerk, groepen die vaak minder gemakkelijk toegang hebben tot bepaalde faciliteiten, is ‘wat zou jij doen als deze ruimte en faciliteiten van jou waren?’
Ik geloof hierbij niet in één juist verhaal of één gelijk, maar in meerstemmigheid, verschillende strategieën, methoden en vormen. Zoals Derecka Purnell, actief in de Black Lives Matters Movement, eens zei: ‘We need a leader-full movement.’ Niet één leider of visie, maar dus ook niet het gebrek aan leiders of visionairen en perspectieven. Wat we nodig hebben is een levendige beweging vol met verschillende mensen, groepen en bewegingen die leiding nemen. Diversiteit is kracht. Of zoals de Zapatistas zeggen: leiders zijn juist degenen die de gemeenschap het beste volgen, gehoorzamen en dienen (Wedes, 2014). Ik kan deze leiders/dienaren gastvrij ontvangen, platform bieden en de samenwerking aangaan met een open houding, zonder mensen te vertellen wat ze moeten doen of hoe ze het moeten doen.
Naast een host ben ik ook een verbinder en netwerker waarbij ik vanuit mijn positie nieuwe allianties en samenwerkingen kan bewerkstelligen tussen de verschillende organisaties en groepen, waarmee ze hun eigen inspiratie, netwerk en impact kunnen vergroten. Met grote dankbaarheid heb ik diverse leiders, community-builders, knowledge seekers, truth tellers, artiesten en inspiratiebronnen een platform mogen geven en daarna kunnen verbinden aan anderen. Voorbeelden van events waar ik trots op ben en waarbij ik zowel als connector, community builder en als platform heb kunnen fungeren zijn onder andere, Keti Koti in /K: Verzet, Solidariteit en Dekolonisatie, Earth Day in /K: Indiginious Struggles and Decolonization en een aantal besloten netwerk en brainstorm diners.
Tijdens Earth Day in /K deelden verschillende organisaties hun verhaal in relatie tot het koloniaal verleden en de hedendaagse erfenissen daarvan. Deze organisaties waren Kalinya (Suriname), Free West Papua NL, Mapuche NL (Chili) en MABIKA’s Foundation (Filipijnen). Hierbij vonden zij herkenning en kracht in elkaars verhalen en konden er nieuwe verbindingen gemaakt worden. Groepen die momenteel ook betrokken worden bij de Nature’s Narrative reeks in Pakhuis de Zwijger. De genodigde inheemse groepen hadden allemaal te maken met voortschreidende landonteigening en de vernietiging van hun culturen door oprukkende bedrijven en kapitalisme. Er is na afloop dan ook een solidariteitsfoto gemaakt met inheemse volkeren wereldwijd. Dit voor alle politieke gevangenen, desaparecidos en familieleden die zijn vermoord, afgeslacht en geïntimideerd door zowel private als staatslegers. Waarbij deze groepen tot op de dag van vandaag de weg moeten vrijmaken voor grote westerse bedrijven en privaat eigendom. Ook was de foto gemaakt in solidariteit met mensen die door vervuiling en vernietiging van milieu en hun leefomgeving ter dood worden veroordeelt. Als een beeld moet illustreren wat de kracht is van events, dan is het wel deze foto. Zo vertelde iemand uit de Filipijnen mij: ‘Ik ben zelf politiek gevangene geweest. Brieven, solidariteitsstatements en foto’s die ik toen kreeg toegestuurd hebben mij door mijn tijd als politieke gevangene geholpen, geholpen om niet op te geven.’
Solidariteitsfoto met inheemse volkeren. Genomen in Studio/K tijden Earth Day in /K: Indigenous struggles and decolonization. Vlaggen en banners van Mapuche, West papua, en de MABIKA’s stichting.
Tijdens ‘Keti Koti in /K: Verzet, Solidariteit en Dekolonisatie,’ kwamen Keti Koti Maand, BAMM, Dekolonisatie Netwerk voormalig Nederlands Indië, Stichting Eer en Herstel, Opo Kondreman, Tetary Moet Opstaan, en Zwart onder Oranje bij elkaar om verschillende geschiedenissen en verhalen van verzetsstrijders te delen. Alle groepen hadden met elkaar gemeen dat ze de impact van kolonialisme hebben meegemaakt en zich daartegen hebben verzet (want waar onderdrukking is, daar is verzet). Ook hier kon inspiratie en verbinding gevonden worden in elkaars verhalen. Het event en panel bracht verschillende etniciteiten en verhalen samen, waaronder Hindoestaanse, Molukse, Indische, Mapuche en Afro-Surinaamse gemeenschappen. Daarnaast kwam een jonge generatie activisten in contact met een oudere generatie van de Surinaamse gemeenschap die al jaren de Keti Koti maand organiseert. Iemand zei naderhand tegen mij:
‘Het was inspirerend om de jongere generatie te zien en hoe zij bezig zijn om de verbinding op te zoeken en te luisteren naar elkaars verhalen.’
Foto genomen door Anja meulenbelt, van het event Keti Koti in /K, panel waarbij vanuit verschillende diaspora verhalen van verzet worden gedeeld.
Wat is de kracht geweest van Keti Koti en Earth day in /K? De kracht zit hem in het bij elkaar brengen van verschillende groepen met een koloniale geschiedenis, want gezamenlijk zijn we een meerderheid, gescheiden van elkaar een minderheid. Het verbinden van en versterken van elkaars werk is daarom een must. Het zien van de verbindingen tussen de verschillende verhalen is dan ook belangrijk voor het scheppen van solidariteit. Ik zoek hierbij naar verdieping en verbinding in plaats van een gepolariseerd spektakel debat. Als verschillende verhalen en geschiedenissen van diaspora-gemeenschappen naast elkaar vertelt worden en met elkaar in verband worden gebracht zijn het geen geïsoleerde verhalen meer die in een vacuüm plaatsvinden. Het wordt al snel duidelijk dat het niet gaat om uitzonderlijke gebeurtenissen, maar een systeem. Genocide, kolonisatie, slavernij, uitbuiting en toe-eigening van de aarde zijn door de Westerse ‘beschaving’ door de eeuwen heen geïnstitutionaliseerd en vormen dan ook het huidige karakter van de Europese ‘beschaving’. Niet voor niets noemen meerdere inheemse groepen uit Mexico de Europese ‘beschaving’ ‘de beschaving van de dood’ (Hernandez, 2015).
Tot slot organiseer ik ook terugkerende netwerk- en brainstorm-diners voor verschillende organisaties om samen te komen eten, naar muziek te luisteren, gesprekken aan te gaan, inspiratie uit te wisselen en van spoken word te genieten. De ruimte is een plek waar waardering en inspiratie kan worden geput uit elkaars werk en waar dus ook plezier wordt gemaakt in wat we doen. We vergeten helaas te vaak om stil te staan bij wat we bereikt hebben en om elkaars inzet te vieren en waarderen. Zonder liefde en waardering voor elkaar branden we als individu op, zeker als we structureel bezig zijn met de beladen onderwerpen en erfenissen van het koloniale verleden. Het eten en deze ontmoetingen staan in het teken hiervan. Zoals de foto laat zien, we doen dit met een glimlach, samen.
Foto van een deel van de aanwezige tijdens brainstorm en netwerkdiner in Pakhuis de Zwijger.
Dat liefde een belangrijke rol speelt in sociale bewegingen kwam ook evident naar voren in de film Warrior Women die op 24 oktober werd vertoont in Pakhuis de Zwijger. De film ging over Madonna Thunder Hawk, de leider van de American Indian Movement, en haar dochter Marcella Gilbert Madonna. Zij waren zelf ook aanwezig die avond. Na de film en het programma was er een staande ovatie en gejuich vanuit het publiek voor hun verhaal en hun immense kracht. Zoals deze vrouwen het zelf beschreven: hun beweging was een ‘beweging van families’, een beweging van alles samen doen. Ondanks de intergenerationele trauma’s van de kostscholen, kolonisatie, genocide en structurele misstanden bleven de vrouwen weerbaar, bleven ze, whatever the challenge, met een goed humeur, humor en zorg voor elkaar organiseren. Zoals Frantz Fanon schrijft, ‘Betrokkenheid in de strijd zal mensen een nieuw vocabulaire bijbrengen zoals ‘broeder’, ‘zuster’ en ‘kameraad’ (Fanon, 11).
Het project waar ik momenteel het meeste naar uitkijk is de week tegen racisme van maandag 18 t/m zaterdag 23 maart in samenwerking met Comité 21 maart. Tijdens deze week heeft Pakhuis de Zwijger haar gebouw beschikbaar gesteld en ben ik als programmamaker ingezet om allerlei dialogen, workshops, film screenings, panels en lezingen te organiseren en te faciliteren. Met als hoogtepunt op donderdag 21 maart “De Dag tegen Racisme” met een avondfestival in alle zalen van ons pand. Tijdens deze week zullen de groepen en individuen met wie ik over de jaren heen heb georganiseerd samenkomen om hun boodschap uit te dragen en het gesprek aan te gaan met de bezoekers. Dit met de vraag of ze hun boodschap ook samen, naast en met elkaar willen uitdragen middels thema’s die variëren van politiek, onderwijs, kunsten en solidariteit met vluchtelingen tot aan klimaat-racisme. Door consistent partijen te faciliteren, vertrouwen op te bouwen en deze groepen met elkaar in contact te brengen kunnen nieuwe verbindingen en samenwerkingen ontstaan.
Concluderend: Rol van liefde als kracht voor beweging
Evenementen, fysieke manifestaties en persoonlijke uitwisselingen van onderwerpen en thema’s vormen de basis van zowel individuele als collectieve empowerment en impact. Zoals Angel Kyodo Williams zei: ‘Love and justice are not two. without inner change, there can be no outer change; without collective change, no change matters.’ De events en manifestaties zorgen dus voor zowel innerlijke, individuele als collectieve empowerment. De events fungeren als een ruimte waar je de kans krijgt liefde en waardering uit te spreken naar elkaars werk. Zonder een fysieke ruimte en ontmoetingsplaats kan liefde, erkenning en waardering niet tot bloei komen. Events zullen altijd de motor achter verandering blijven. Ik kan me dan ook geen enkele historische verandering voorstellen zonder organisatie van evenementen, bijeenkomsten en manifestaties. De eerder beschreven evenementen en de week tegen racisme laten wat mij betreft zien dat ook grote instellingen de capaciteit (kunnen) hebben om zich kritisch te laten horen en grassroots stemmen te versterken. Ik ben dan ook dankbaar om in een positie gesteld te zijn dit proces te verstreken.